De Nederlandse Taal en Cultuur School in Sri Lanka.

vrijdag 7 november 2008

Zesde nieuwsbrief november 2008

Battaramulla, 7 november 2008

Beste ouders,

Het Fort is blij met de komst van twee nieuwe leerlingen; een jongen in groep 1 en een meisje in groep 2. We begonnen dit schooljaar met slechts drie leerlingen in groep 1, 2 en 3. Nu zijn het wel zeven leerlingen en dat is leuk!

Groep 1, 2 en 3
We hebben deze week actief in de hoeken gespeeld met twee of drie kinderen. De leerlingen waren veel aan het praten met elkaar, uiteraard spreken we alleen maar Nederlands in het lokaal en na ongeveer vijftien minuten was het wisselen van hoek. Het spelen is ontwikkelingsgericht. Spelend leren; lerend spelen door het te beleven, te ontwikkelen en te ervaren.
We hadden een treinhoek (een spoor, blokken en hamertje tik), een dierentuinhoek met duplo en een hoek met een winkeltje met geld, waar je echt moest afrekenen voor de artikelen in je boodschappenmandje.
Daarnaast werkte groep 3 weer goed aan hun leesvaardigheid.

Groep 4, 5, 6 en 7
De kinderen zijn heel actief begonnen met het verzamelen van leesminuten.
Voor elk gelezen boek ontvangen de kinderen een punt.
Stand week 12
groep 4 heeft 6 minuten
groep 5, 6, 7 heeft 7 minuten

De minuten zijn inwisselbaar voor spelen, video kijken, zwemmen of wat de kinderen samen op school willen en kan of mag. Spannend hoor en heel veel succes!
Daarnaast hebben deze groepen hoofdstuk 3 van Taalactief afgerond en geremedieerd. Volgende week beginnen we met hoofdstuk 4.
Let op: leer de woorden van de week goed, want ze komen aan het eind van het hoofdstuk allemaal weer terug in het hoofdstukdictee.

Groep 4 heeft heel open verteld over de teacher parent conferences. We hebben de adviezen meteen ook op NTC Het Fort in de praktijk gebracht. Concentratie, focus en mooi schrijven waren de onderwerpen.

VO 1 t/m 6
De VO groep is per jaargroep gestructureerd en zelfstandig bezig; de weektaak is de leidraad en de studenten krijgen meestal individueel uitleg. VO 1 en 2 hebben vandaag hoofdstuk 2 afgerond, VO 3 heeft de woordsoorten benoemd, VO 4, 5 en 6 heeft zich geconcentreerd op het schrijven van brieven. Een hele ervaring om te bemerken dat het schrijven van een goede sollicitatiebrief, die geheel foutloos is en de juiste layout heeft, een tijdrovende en intensieve activiteit is.

Vragen van ouders
Geregeld komt het onderwerp lidwoorden en woordenschat ter sprake. Hoe zorg ik dat mijn kind de lidwoorden beter leert toepassen? Hoe kan ik helpen de woordenschat van mijn kind te vergroten?
Voor beide onderwerpen geef ik graag het advies: benoem alles. Voor de jongere kinderen heb je het over het grote huis, maar ook de oudere kinderen blijven baat hebben om veel Nederlands te horen van een native speaker (moedertaalspreker). Vertel bijvoorbeeld maar dat je net de notulen van de Nederlandse school hebt gelezen. Dan komt wellicht de vraag: Wat zijn notulen?
Klopt een uitspraak niet, corrigeer uw kind onopgemerkt door de zin opnieuw uit te spreken maar dan op de juiste manier. Dit is voldoende, meld niet dat uw kind het fout uitsprak. Dat werkt vaak goed. Doe dat wel want als kinderen zich woorden verkeerd eigen maken is het vaak veel moeilijker om af te leren.

Als aanvulling is het volgende artikel van Fred Adam (medewerker Stichting NOB) interessant om te lezen.

Hoe vergroten kinderen hun woordenschat?
Een grote woordenschat is een goede voorspeller voor succes op school.
DOOR FRED ADAM
04 oktober 2005

Nederlandse kinderen die in het buitenland wonen verwerven niet automatisch een grote Nederlandse woordenschat. Terwijl een grote woordenschat, naast een goed leesniveau, juist een goede voorspeller is voor succes op school. Naast de extra Nederlandse lessen, is het ook van belang dat ouders hier veel aandacht aan besteden: Structureel, maar wel op een speelse manier.

Vraag 1: Hoe help je je kind bij het vergroten van zijn of haar woordenschat?
Een grote woordenschat betekent niet alleen het kennen van veel verschillende woorden, maar ook het kennen van meerdere betekenissen en aspecten van een woord. Zo kent een kind van vier jaar het woord 'glas' wel, maar kan het nog niet zo veel vertellen over het 'glas' (Hoe ziet een glas eruit? Wat voor soorten glas heb je?, etc.). Meer kennis over een woord noemen we 'diepe woordkennis' en dit is net zo belangrijk als het kennen van heel veel woorden. Een kind leert de concepten van een woord kennen en de relaties tussen de verschillende woorden. Op deze manier kom je tevens wel weer nieuwe woorden tegen.
Als je in het buitenland woont
Wanneer we met deze kennis kijken naar een kind dat in het buitenland woont, heeft een Nederlands kind in het buitenland dus niet per definitie een kleinere woordenschat. Hij kent evenveel, misschien nog wel meer 'concepten' van woorden, maar deze zitten verspreid over meerdere talen.
Tips om een kind te stimuleren:
- Spreek Nederlands met je kind, benoem dingen en leg ze op een natuurlijke manier uit.
- We onthouden woorden thematisch. Wanneer je in de dierentuin bent, heb je het dus over woorden die bij dit onderwerp horen.
- Spelletjes dragen bij aan de woordenschat, ook al is het woord al bekend. Bijvoorbeeld het in gedachten nemen van een woord rond een bekend thema en dit beschrijven (hoe ziet het eruit, waar wordt het voor gebruikt).
- Stimuleer het lezen van boeken, tijdschriften, rubrieken op internet, etc. Een kind dat regelmatig leest, heeft een vier keer grotere woordenschat dan een kind dat niet leest. Hier hoort het voorlezen en samen praten over een boek ook bij.

Vraag 2: Hoe zorg je ervoor dat je kind 'de' en 'het' correct gebruikt?
Wanneer je iemand vraagt waarom hij 'de man' zegt en niet 'het man', zal het antwoord vaak zijn: "Dat weet ik gewoon, het is een soort gevoel." En inderdaad, probeer het maar uit: woorden met een verkeerd lidwoord klinken ons vreemd in de oren. Dit komt doordat we in een Nederlandse situatie van jongs af aan de woorden leren. Belangrijk is om hier te weten dat we niet alleen het woord 'man' leren, maar dat we eigenlijk de combinatie leren met het lidwoord, dus: 'de man'. Wanneer een kind dus een nieuw woord leert, noem je altijd het lidwoord, zodat ze hieraan wennen. Het is belangrijk dit thuis ook consequent zo te doen!

Kortom, het is dus niet 'man' of 'een man', wat we vaak zeggen, maar vooral dus ook 'de man'. Kinderen moeten dit vaak hardop horen, zodat ze eraan gaan wennen.
Het fout gebruik van lidwoorden is geen halszaak; veel belangrijker is dat kinderen durven te spreken en hier plezier in hebben. Wanneer kinderen veel spreken en de goede voorbeelden in een gesprek horen, dan zullen ze waarschijnlijk deze taal ook goed gaan spreken.

Heb je zelf een vraag voor Fred Adam? Stuur dan een e-mail naar wereldexpat@rnw.nl

Fijn weekend.

Juf Henriƫtte

NB woensdag 12 november geen les

Geen opmerkingen: